0.3.5 Wat is een onaangepaste / overbewoonde woning?

De bezettingsnorm van een woning bepaalt voor hoeveel personen een woning geschikt is. De norm wordt berekend op basis van het aantal woonlokalen en de netto-vloeroppervlakte van die woonlokalen en staat op het technisch verslag.

Een woonlokaal is een lokaal dat bestemd is om te dienen als keuken, woon- of slaapkamer. Volgende ruimten zijn dus geen woonlokalen:

  • voorhal

  • gang

  • wc

  • sanitair lokaal

  • wasruimte

  • bergplaats

  • niet voor bewoning ingerichte kelder, zolder en bijgebouw

  • garage

  • lokaal voor beroepsbezigheid.

Het optimalisatiedecreet stuurde de definitie van de begrippen onaangepastheid en overbewoning lichtjes bij.

  • Onaangepast: een woning is onaangepast als ze niet aangepast is aan de fysieke mogelijkheden van bejaarden of personen met een handicap. Het zinsdeel ‘of die niet aangepast is aan de woningbezetting’ is sinds 1 januari 2021 geschrapt. Een kleine overschrijding van de bezettingsnorm is nog steeds een niet-naleving van een minimumnorm (want de bezettingsnorm is en blijft een minimumnorm), maar er wordt geen handhaving meer aan gekoppeld, ook niet strafrechtelijk.

  • Overbewoond: een woning is overbewoond als de overschrijding van de bezettingsnorm een veiligheids- of gezondheidsrisico veroorzaakt of tot mensonwaardige levensomstandigheden leidt. Nieuw is dat ook een overbenutting van de gemeenschappelijke functies meegenomen kan worden als argument om de overbewoning vast te stellen. Dit wordt uitvoerig behandeld in het nieuwe technisch handboek (zie: https://www.vlaanderen.be/lokaal-woonbeleid/vlaamse-beleidsprioriteiten/beleidsprioriteit-2-de-gemeente-werkt-aan-de-kwaliteit-van-het-woningpatrimonium-en-de-woonomgeving/aan-de-slag-met-het-technisch-verslag).