0.3.4 Wat is een ongeschikte / onbewoonbare woning?

De indeling in drie categorieën van gebreken leidt tot een duidelijke definiëring van de begrippen ongeschikt- en onbewoonbaarheid en duidelijkheid over het begrip conformiteit.

Artikel 1.3 van de VCW bevat de definities van ongeschiktheid, onbewoonbaarheid en overbewoning

Wanneer een woning enkel gebreken van categorie I heeft, volstaat een zuiver stimulerend en coachend beleid. De aanwezigheid van gebreken in die categorie wordt ook vermeld op het conformiteitsattest, waarbij het technisch verslag wordt gevoegd.

Eén gebrek van categorie II is voldoende voor een ongeschiktverklaring en maakt verhuring, tehuur- of terbeschikkingstelling van de woning strafbaar. Een natraject door de gemeente met het oog op een (liefst snel) herstel is belangrijk.

Eén gebrek van categorie III volstaat voor een ongeschikt- én onbewoonbaarverklaring. De gebreken hebben te maken met veiligheid, gezondheid of mensonwaardigheid. Elke onbewoonbare woning is ook ongeschikt. Verhuren, te huur of ter beschikking stellen is uiteraard strafbaar. De instrumenten snelherstel en herhuisvestingsplicht worden uitdrukkelijk aan deze categorie van gebreken gekoppeld. 

Dit leidt tot een korte en duidelijke definitie van ongeschiktheid, onbewoonbaarheid en conformiteit:

  • Ongeschikte woning: een woning met minstens een gebrek van categorie II of van categorie III (artikel 3.1, §1, derde lid, 2° en 3°).

  • Onbewoonbare woning: een woning met minstens een gebrek van categorie III (artikel 3.1, §1, derde lid, 3°).

  • Conforme woning: een woning die geen enkel gebrek van categorie II of III vertoont (artikel 1.3, ten 7°).

Opmerking:

Een onbewoonbare woning is ook altijd ongeschikt!

De VCW bevat geen definitie voor de term ‘geschikt’. We gebruiken dus niet de term 'geschikt' maar de term 'conform'.

Alleen woningen of kamerwoningen kunnen ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaard worden. Gebouwen of gebouwgedeelten zonder woonfunctie, zoals een fabriekspand, dus niet.