4. DRAAGVLOER(en)

Toepassing van de hoofdrubriek

In hoofdrubriek 4 beoordeelt de woningcontroleur de draagvloeren van een gebouw op het vlak van stabiliteit.

Basisbegrippen stabiliteit draagvloeren

De draagvloeren van een gebouw vormen de horizontale structuur van het interne deel van het gebouw. Ze maken deel uit van de integrale stabiliteit aan het gebouw. Enerzijds dragen zij ten volle de gebruiksbelasting of nuttige belasting van het gebouw, anderzijds zorgen zij voor de nodige horizontale stijfheid van het gebouw, zodat de constructie niet verwrongen kan worden. De draagvloeren zorgen voor de overdracht van de belastingen die op de vloer inwerken naar de draagmuren (binnen- en buitenmuren), die op hun beurt de krachten overbrengen naar de fundering. Inzicht van de woningcontroleur in de lastendaling in een gebouw is dus noodzakelijk.

Permanente belasting: het eigen gewicht van de draagvloer en de vloerafwerking, wat sterk kan variëren; zo zal een massieve vloerplaat uit gewapend beton met een tegelvloer makkelijk 600 kg/m² wegen, terwijl een zichtbare houten roostering met een plankenvloer bovenop amper aan 50 kg/m² komt.

Veranderlijke belasting: het gewicht dat, bedoeld of niet, aangebracht wordt op de draagvloeren. Deze gebruiksbelasting is het gewicht dat eigen is aan een normale bewoning. De standaard rekenwaarde voor gebruiksbelasting in woongebouwen bedraagt 200 kg/m². Voor gangen, trappen en balkons liggen de waarden hoger. Voor een bibliotheek (of een kamer volgestapeld met boeken) kan de effectieve belasting oplopen tot 1000 kg/m².

Tot slot zijn er ook de toevallige belastingen, zoals brand, schokken, trillingen, verbouwingswerken, enz… die doorgaans niet in de stabiliteit van het gebouw zijn ingecalculeerd maar die er wel een (blijvende) invloed op kunnen uitoefenen.

Regelgevende tekst

Artikel 18 van het MB.