Methodiek van het conformiteitsonderzoek
Protocol conformiteitsonderzoek
Een conformiteitsonderzoek bestaat uit volgende stappen:
-
Een afspraak voor het woningbezoek
-
Het onderzoek ter plaatse
-
Aanmelding en voorstelling
-
Een eerste rondgang
-
Schets van de woning
-
Het eigenlijk onderzoek van de woningkwaliteit
-
-
Het opmaken van het technisch verslag
Quoteren van gebreken
Wanneer de woningcontroleur tijdens het onderzoek gebreken vaststelt, zal hij deze quoteren in de toepasselijke rubriek en onder de juiste categorie. De handleiding biedt hiervoor de nodige informatie. De woningcontroleur raadpleegt de toelichting in het technisch handboek van het agentschap Wonen in Vlaanderen.
In het technisch verslag kan per regel slechts één opname gebeuren. Van de aankruisvakjes die horizontaal naast elkaar staan, kan er m.a.w. maximum 1 aangekruist worden naar gelang de ernst of omvang van het gebrek.
Indien de aankruisvakjes onder elkaar staan, kunnen er meerdere (cumulatief) ingevuld worden.
Voorbeeld: in een woning stelt de woningcontroleur volgende gebreken vast:
-
ernstige vochtschade aan het schuine plafond van de slaapkamer rechts achteraan, die onder het dak gelegen is;
-
condenserend vocht met schimmelvorming (beperkt) in twee slaapkamers (rechts vooraan en rechts achteraan), op de rand van het plafond tegen de zijgevel aan en (ernstig) op het volledige plafond in de badkamer links achteraan;
-
de helft van de gipskartonplaten van het plafond in de slaapkamer rechts vooraan ontbreekt.
Dit wordt als volgt gequoteerd in het technisch verslag (correcte aanduiding):
De twee lokalen waarin condenserend vocht met schimmelvorming wordt vastgesteld, worden als één gebrek gequoteerd. Vermits het gebrek in één lokaal ernstig is, wordt het gebrek in zijn geheel in categorie II gequoteerd. Als in meerdere slaapkamers beperkte vochtschade door condenserend vocht met schimmelvorming voorkomt, kan het zijn dat de impact van het geheel toch voldoende groot is om de vochtschade in zijn geheel als ernstig – dus in categorie II – te quoteren.
De beperkte en de ernstige vochtschade door condenserend vocht met schimmelvorming uit het voorbeeld worden dus niet apart gequoteerd door twee kruisjes in dezelfde rij te plaatsen (foutieve aanduiding):
Als er meerdere aankruisvakjes horizontaal naast elkaar staan in dezelfde rubriek, schat de woningcontroleur in wat de omvang en ernst zijn van de schade en wat de mogelijke gevolgen zijn. Hierbij worden vaak de termen ‘beperkt / ernstig / zeer ernstig’, ‘niet algemeen / algemeen’ en ‘met gebreken / ontbreekt’ gebruikt. Hoe de inschatting gemaakt dient te worden, staat telkens per rubriek en per categorie toegelicht in het handboek, op basis van volgende algemene criteria:
-
De termen ‘beperkt / ernstig / zeer ernstig’ omvatten zowel de omvang als de ernst van de schade. De term ‘beperkt’ wijst op een plaatselijk probleem dat de kwaliteit in beperkte mate aantast terwijl de term ‘ernstig’ gebruikt wordt bij een plaatselijk probleem dat de kwaliteit in grote mate aantast, of wanneer een probleem een grotere omvang heeft. De term ‘zeer ernstig’ is van toepassing wanneer de impact op de kwaliteit van de bewoning zodanig groot is dat de bewoonbaarheid in het gedrang komt.
-
Een gebrek is ‘niet algemeen’ wanneer het zich plaatselijk (in één ruimte bijvoorbeeld) voordoet. De term ‘algemeen’ is van toepassing wanneer het grootste deel van het gebouwelement erdoor getroffen is.
-
De termen ‘met gebreken/ ontbreekt’ worden alleen gebruikt bij de beoordeling van functies. Daarbij slaat de term ‘met gebreken’ op een verminderd gebruik van de betreffende functie, terwijl de term ‘ontbreekt’ betekent dat de functie effectief ontbreekt, niet (meer) kan gebruikt worden of dat de opstelling niet aanvaardbaar is.
De woningcontroleur omschrijft voor elk gequoteerd gebrek minstens waar zich dit juist voordoet (in welk lokaal, aan welke zijde, op welke hoogte, enzoverder) in het vak opmerkingen achteraan de delen B, C en D van het technisch verslag. Bijkomend kan ook de vermoedelijke oorzaak genoteerd worden of andere vermeldenswaardige vaststellingen in verband met het gequoteerd gebrek.
Vaststellingen die geen gebrek betekenen (en dus niet gequoteerd kunnen worden), maar die wel opvallen en om een bepaalde reden het vermelden waard zijn, kunnen als ‘bijkomende opmerking’ worden beschreven in het vak ‘opmerkingen’.
Alle vastgestelde gebreken worden fotografisch gedocumenteerd, net zoals de bijkomende opmerkingen. Het verdient aanbeveling om steeds voldoende overzichtsfoto's toe te voegen, zelfs al worden geen of weinig gebreken vastgesteld.
Regelgeving
Artikel 8 van het MB.