VOCHTSCHADE
Te beoordelen elementen bij vochtschade
Bij vochtschade aan de onderste draagvloer speelt uiteraard de locatie van deze vloer een grote rol. Zo staat een draagvloer op volle grond in direct contact met de (vochtige) aarde. Het ontbreken van of gebreken in het vochtscherm dat onder een draagvloer hoort te liggen, kan aanleiding geven tot optrekkend vocht. In dat geval kan water via de voegen tot op de vloer komen.
Een koude vloer, waar in de opbouw geen isolerende laag werd aangebracht, kan een dermate lage oppervlaktetemperatuur hebben dat condensatie op de vloer (of op de voegen) ontstaat. Dit komt regelmatig voor in garages of in andere ruimten waar de luchtvochtigheid hoger ligt.
Fouten in dichtingslagen onderaan in muren kunnen ervoor zorgen dat water doorheen de muur trekt. De dekvloer kan dat vocht gaan aanzuigen, waardoor de vloer vochtig kan worden.
Het materiaal waaruit de vloerafwerking bestaat, speelt een rol in de aard van de schade. Zo zal een keramische vloertegel beter bestand zijn tegen vocht, terwijl een marmeren vloer sneller vocht zal optrekken. Houten vloeren zijn uiteraard nog gevoeliger voor schommelingen in vochtigheid en zullen snel beginnen ‘werken’.
Vloeren die niet op volle grond liggen, maar boven een andere ruimte, zoals een (kruip)kelder of een andere woning of een handelsruimte, lopen logischerwijze veel minder risico op vochtschade. Condensatie of het indringen van vocht vanaf naastgelegen platte daken of terrassen zou kunnen voorkomen, evenals occasioneel vocht afkomstig van lekken in leidingen en/of sanitaire toestellen. De aanwezigheid van een ander binnenklimaat onder de te onderzoeken woning geeft een groter risico op vochtschade door condensatie.
Werkwijze van de woningcontroleur bij vochtschade
De woningcontroleur beoordeelt de onderste draagvloeren in woonruimten en sanitaire ruimten visueel aan de binnenzijde van de woning en quoteert enkel zichtbare vochtschade zonder onderscheid naargelang de oorzaak van de vochtschade. Zolders, bergruimten en kelders die niet voor bewoning bestemd zijn, blijven buiten beschouwing.