VOCHTSCHADE

Te beoordelen elementen bij vochtschade

Omwille van de ondergrondse ligging van de kelder is het risico op vochtschade hier bijzonder groot. Enerzijds kan waterdruk ervoor zorgen dat een (niet aangepaste) dichting het water onvoldoende tegenhoudt, waardoor opstijgend water door de keldervloer en insijpelend water via kelderwanden kan binnentreden. Anderzijds kan ook in de grond zakkend regenwater via een ontoereikende dichting in de kelder binnensijpelen.

Rond kelderramen, rioleringsleidingen en doorvoeren van nutsleidingen kan water eveneens de kelder binnendringen. Woningen met een directe ondergrondse buitentoegang (half-ondergrondse garages bijvoorbeeld) lopen een groter risico op binnenstromend (regen)water.

Tot slot kan een lek van een leiding ergens hogerop in de woning mogelijk ook leiden tot water in de kelder, vermits dit de laagst gelegen ruimte is. Het gebeurt regelmatig dat pompsystemen nodig zijn om afvalwater en regenwater naar een hoger gelegen riolering af te voeren.

Omwille van het gebruik van de ruimte (berging, opslag, …) wordt een kelder zelden verwarmd, wat de invloed van eventuele vochtschade vergroot. Verwarming zorgt er immers voor dat gelijk welke vochtschade sneller opdroogt en zorgt ook voor hogere oppervlaktetemperaturen op de wanden, zodat condens minder snel optreedt.

Deze omstandigheden zijn ideaal voor het ontstaan en groeien van schimmels en zwammen. Dit zijn levende organismen, waarvoor een vochtige kelder vaak ideale omstandigheden biedt om zich uit te breiden. Het is dan ook belangrijk hieraan de nodige aandacht te schenken. Volgende symptomen kunnen wijzen op de aanwezigheid van zwammen en schimmels:

  • kleurverandering en vlekken op constructie-elementen, muren, pleisterwerk, behang, …;

  • muffe geur van paddenstoelen;

  • zwamdraden (het mycelium: een netwerk van fijne draden) (kelderzwam) en vruchtlichamen (meestal rond of ovaal met een diameter tot 1 m, veelal bruin met geelwitte groeirand (huiszwam), het oppervlak is meestal bedekt met waterdruppels).

Werkwijze van de woningcontroleur bij vochtschade

De woningcontroleur beoordeelt de kelder visueel op zichtbare tekenen van vochtschade en maakt hierbij geen onderscheid naargelang de oorzaak van de vochtschade.

Vermits een kelder louter secundaire functies herbergt (stookruimte, berging, opslag, …), zijn de vereisten voor afwerkingen minder hoog. Een beschadiging, verkleuring of ander visueel ‘gebrek’ in een kelder heeft niet dezelfde impact op de woningkwaliteit als hetzelfde ‘gebrek’ in een woonruimte. De woningcontroleur houdt hiermee rekening bij de beoordeling.

De graad van schade (beperkt/ernstig/zeer ernstig) leidt tot een quotatie in een bepaalde categorie.

Regelgeving

Artikel 44 van het MB.