VOCHTSCHADE

Te beoordelen elementen bij vochtschade

Binnenwanden staan per definitie minder bloot aan invloed van vocht. Ze zijn immers steeds beschermd door daken en buitenwanden van woning en/of gebouw. Er zijn slechts een drietal mogelijke oorzaken van vochtschade aan binnenmuren.

Meest voorkomende oorzaak is opstijgend vocht. Gelijkvloerse binnenmuren kunnen immers ook in contact staan met de vochtige aarde, hetzij via funderingsmuren waar ze mogelijk op staan, hetzij via de betonplaat. Gebreken in de vochtkering van het ondergronds metselwerk en/of de vloerplaat kunnen ervoor zorgen dat vocht wordt opgetrokken in de binnenmuur. Dit vocht kan, afhankelijk van het materiaal waarmee de muur is gebouwd en van de eventuele bepleistering, tot ruim een meter hoog op het muuroppervlak zichtbaar zijn. Het kan ook voorkomen dat wel degelijk een dichtingslaag in het metselwerk aanwezig is, maar dat gebreken ter plaatse van deze dichting opstijgend vocht tot gevolg kunnen hebben. De dichtingslaag dient in de eerste plaats op de juiste hoogte te zitten, ca. 2 tot 5 cm boven de vloer (achter de plint dus meestal). Vooral oudere types dichtingslaag, bestaande uit een gebitumineerd vilt, verliezen na decennia hun dichtende werking. Ook onderbrekingen in deze vochtdichting komen regelmatig voor. Zo hebben aansluitende stroken voldoende overlap nodig om dicht te zijn. En tot slot gebeurt het regelmatig dat bij het plaatsen van verticale leidingen in de muur de dichtingslaag gedeeltelijk wordt weggesneden. Indien de gleuf waarin de leidingen zijn aangebracht niet met gepast materiaal gedicht wordt, ontstaat op die manier een vochtbrug die water uit de ondergelegen vochtige muur naar de droge binnenmuur kan overbrengen. Hetzelfde fenomeen doet zich overigens ook (vrij regelmatig) voor wanneer een gips- of kalkpleister doorloopt tot over de dichtingslaag en zo eveneens een vochtbrug vormt.

Daarnaast komt ook op binnenmuren in sommige gevallen condensatie voor. Indien het oppervlak van de binnenmuur relatief koud is, kan luchtvochtigheid condenseren op dit koude oppervlak. Contact met een niet geïsoleerde buitenwand (muur of dak) kan ervoor zorgen dat de binnenmuur condens vertoont in de buurt van die buitenwand. Een ander binnenklimaat in de naastgelegen ruimte kan ook voor een lagere oppervlaktetemperatuur zorgen en zo condensatie veroorzaken.

Tot slot kunnen occasionele lekken in een woning tot vochtschade op binnenmuren leiden. Zo kan een lek in een muur, of aan een naastgelegen sanitair toestel, voor een vorm van doorslaand vocht zorgen. Zulke schade staat onder deze rubriek niet expliciet vermeld, maar kan mits een verklarende opmerking hier wel gequoteerd worden. Vocht in vloeren (via lekkende leidingen bijvoorbeeld) kan eventueel ook in binnenmuren worden opgezogen; op die manier kan zelfs op verdiepingen opstijgend vocht voorkomen.

Schade die ontstaat door opstijgend, doorslaand of condenserend vocht kan zich makkelijk uitbreiden naar aansluitende wanden, wanneer het probleem niet snel wordt aangepakt.

Werkwijze van de woningcontroleur bij vochtschade

De woningcontroleur beoordeelt de binnenmuren van de woning visueel op zichtbare tekenen van schade aan de afwerking of op vochtschade, maakt een onderscheid naargelang de oorzaak opstijgend of condenserend vocht is en quoteert in de toepasselijke rubriek.

Bij het onderzoek heeft de woningcontroleur extra aandacht voor minder goed geventileerde plaatsen. Achter gordijnen, in de hoeken en naast of achter meubilair treedt oppervlaktecondensatie sneller op, omdat minder ventilatie daar immers zorgt voor tragere droging, vochtigere lucht en koudere oppervlaktetemperaturen. De controle gebeurt echter visueel en in principe zonder het verplaatsen van meubilair.

Bij vochtschade rond onderdelen van elektrische installaties kijkt de woningcontroleur na of er risico op elektrocutie bestaat,

Vermits vocht een goede elektrische geleider is, kunnen koperen geleiders in stopcontacten, schakelaars enz., immers oxideren vanwege de vochtige omgeving.

Opgelet: vochtschade op rookafvoerkanalen kan aanleiding geven tot minder goede rookgasafvoer en bijgevolg een risico op CO-intoxicatie vormen.

De graad van schade (beperkt/ernstig/zeer ernstig) leidt tot een quotatie in een bepaalde categorie.

Regelgeving

Artikel 46 van het MB.