171. trappen, overlopen, borstweringen met gebruiksonveilige elementen (te steil/gebreken) / trap naar een woonfunctie ontbreekt

Toepassing van de rubriek

Zie onder rubriek 171. trappen, overlopen, borstweringen met gebruiksonveilige elementen (te steil/gebreken) / trap naar een woonfunctie ontbreekt bij zelfstandige woningen.

In studentenkamers kan het – omwille van plaatsgebrek om een volwaardige trap te plaatsen – wenselijk zijn dat de toegang naar hoogslapers in bepaalde gevallen anders beoordeeld wordt dan in zelfstandige woningen. Hieronder worden deze afwijkende voorwaarden, enkel geldig voor hoogslapers in studentenkamers, beschreven. Opgelet: voor trappen naar mezzanines blijven de vereisten onder rubriek 171 bij de zelfstandige woningen onverkort van toepassing.

Wijze waarop gebreken worden waargenomen

Als duidelijk is dat een normale trap met leuning zou leiden tot een belangrijk verlies van nuttige vloeroppervlakte in een studentenkamer, volstaat voor de toegang tot een hoogslaper, die vast gemonteerd is of de vorm heeft van een meubel, een trap die steiler is dan 45° of een veilige ladder, als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. de bovenkant van de matras van de hoogslaper, bevindt zich niet op meer dan twee meter boven de begane grond;

  2. de trap of ladder is vast gemonteerd of stabiel vastgehaakt;

  3. de begaanbaarheid biedt op elke trede of sport voldoende stabiliteit voor voeten en indien nodig ook voor de handen;

  4. er is over de lengte van de trap of de ladder overal voldoende houvast;

  5. de doorgangshoogte is overal voldoende zodat de trap of ladder in een vloeiende beweging kan gebruikt worden;

  6. de tredehoogte is in overeenstemming met de steilte van trap of ladder en is niet gevoelig hoger dan 28 cm;

  7. de breedte van de trap of ladder laat een veilige stand van voeten en handen toe en is niet gevoelig kleiner dan 40 cm;

  8. het betreden van en uitstappen uit de hoogslaper kan steeds met voldoende stevige houvast en veilige steun voor de voeten en eventueel handen gebeuren;

  9. onderaan is er voldoende ruimte om de trap of ladder veilig en comfortabel te betreden;

  10. de begaanbaarheid wordt niet gehinderd door losliggende voorwerpen.

Bij 1: indien een meubel is dit structureel vastgemaakt.

Bij 3: een trap heeft steeds een stevige en veilige leuning met handgreep; een ladder biedt houvast via de sporten of de bomen.

In dat geval hanteert de woningcontroleur niet de criteria van rubriek 171 voor zelfstandige woningen vermeld in artikel 54 van het MB, maar de quoteringscriteria vermeld in paragraaf 2 tot 4 van het MB, zoals hieronder weergegeven bij de quotering van categorieën I, II en III.

Quotering van concrete toepassingsgevallen

Een niet limitatieve lijst van concrete toepassingsgevallen is opgenomen in bijlage 76 van het MB.

Quotering categorie I

De woningcontroleur quoteert lichte gebreken in categorie I. Tot categorie I behoren in ieder geval de volgende gebreken:

  1. beperkte gebreken aan trap of leuning en ladder zoals een enkele oneffen trede of sport of een leuning die onderaan iets te ver begint;

  2. iets te smalle trap of ladder;

  3. iets te hoge sporten;

  4. het gebruikscomfort is verminderd, maar er ontstaat geen groot gevaar.

Voorbeeld bij 4. de opstapruimte onderaan is beperkt.

K_171_I_01: quotering rubriek 171 in categorie I: ladder hoogslaper staat onvoldoende vast

Opmerking 1: zowel ladder als hoogslaper, die structureel bevestigd is aan de muur, zijn voldoende veilig, maar de ladder hoort vast te staan; een quotatie onder cat. I volstaat.

Quotering categorie II

Het gebrek behoort tot categorie II als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. het is een ernstig gebrek dat in grote mate de veiligheid en het gebruikscomfort op en bij de trap beïnvloedt, maar geen onmiddellijk gevaar betekent;

  2. het veilig belopen van de trap vergt een grotere omzichtigheid dan mag verwacht worden van een trap.

Tot categorie II behoren in ieder geval de volgende gebreken:

  1. in een overbrugbare zone van de steilere trap of ladder zijn treden beschadigd of ontbrekend;

  2. een overbrugbaar deel van de leuning of borstwering is beschadigd of ontbreekt;

  3. leuningen of borstweringen die te weinig bescherming tegen toevallige doorgang van personen bieden;

  4. trap of ladder is niet bevestigd;

  5. te beperkte of onveilige op- of afstapruimte bovenaan de trap of ladder;

  6. een combinatie van meerdere lichte gebreken aan dezelfde trap of ladder.

Voorbeeld bij 6: te hoge en oneffen treden.

 

K_171_II_01: quotering rubriek 171 in categorie II: Leuning trap onveilig

Opmerking: de leuning aan deze mezzaninetrap is onvoldoende veilig; op het onderste trapdeel is de herstelling niet vakkundig (te licht en te open); een quotatie onder categorie II is vereist.

Quotering categorie III

Ernstige gebreken van concrete toepassingsgevallen van trappen naar hoogslapers waar een direct gevaar aan verbonden is, worden gequoteerd onder categorie III.

Het gebrek behoort tot categorie III als aan al de volgende vereisten is voldaan:

  1. het vormt een duidelijk en direct gevaar voor de veiligheid of gezondheid van de bewoners en gebruikers;

  2. het belopen van de trap of het betreden van zijn directe omgeving is niet mogelijk zonder grote behoedzaamheid.

Tot categorie III behoren in ieder geval de volgende gebreken:

  1. ontbrekende trap of ladder naar hoogslaper;

  2. ontbrekende bescherming tegen een val uit de hoogslaper of bij het verlaten of betreden van de trap of ladder bovenaan;

  3. meerdere ontbrekende of ernstig verweerde of beschadigde treden;

  4. combinatie van verschillende gebruiksonveilige elementen aan dezelfde trap, zoals gladde treden, beperkte houvast, wankele leuning, waardoor de trap niet meer veilig beloopbaar is.

Voorbeeld bij 1. de trap wordt gevormd door gestapelde kasten of kratten.

K_171_III_01: quotering rubriek 171 in categorie III: onveilige hoogslaper zonder trap

Opmerking 1: de constructie van de hoogslaper is bijzonder licht; bovendien is er geen enkele beveiliging tegen vallen en is er geen vaste toegangsmogelijkheid; dit alles leidt tot een gevaarlijke situatie en vereist een quotatie in categorie III.

Opmerking 2: het gastoestel tegen de muur is van het type B, wat niet mag opgesteld zijn in een kamer; ook dit is een gebrek van categorie III in rubriek 227.

Regelgevende tekst

Artikel 100 van het MB.

Bijlage 76 van het MB.