18. SANITAIRE FUNCTIES/KEUKENFUNCTIE
Onder hoofdrubriek 18 komen de minimale comforteisen betreffende de sanitaire functies aan bod. Dit blijft voor kamers voor seizoenarbeiders beperkt tot de lavabo, hoewel de lavabo niet noodzakelijk op de kamer zelf aanwezig dient te zijn. Voldoende beschikbare lavabo’s in een gemeenschappelijke ruimte komen ook in aanmerking. Het is dus om het even of de lavabo intern in de kamer of in een gemeenschappelijke ruimte voorzien is.
Als de drie sanitaire functies (toiletfunctie, badfunctie, keukenfunctie) samen intern aanwezig zijn in de kamer, dan gaat het om een zelfstandige woning en wordt deel C van de zelfstandige woning ingevuld voor deze woning. Het is immers noodzakelijk dat minstens één van deze drie functies niet intern in de woning, maar wel gemeenschappelijk in het gebouw voorzien is, om van een niet-zelfstandige woning (= kamer, in dit geval voor seizoenarbeiders) te kunnen spreken.
Indien de kamer over een eigen toilet beschikt, wordt dit beoordeeld onder hoofdrubriek 27.
Indien de kamer over een eigen badkamer beschikt, wordt dit beoordeeld onder hoofdrubriek 28.
Indien de kamer over een eigen keuken beschikt, wordt dit beoordeeld onder hoofdrubriek 29.
Indien een of meerdere van deze functies enkel gemeenschappelijk worden aangeboden, dan wordt dit beoordeeld onder deel D: gemeenschappelijke functie van de kamer (seizoenarbeiders).
Verdere duiding omtrent deze begrippen is te vinden onder het algemeen begrippenkader betreffende de sanitaire functies in het onderdeel C van de zelfstandige woning.
Net zoals in de zelfstandige woningen is voor alle sanitaire functies een hoogte van 180 cm vereist; indien dit niet het geval is, wordt de functie als onbestaand beschouwd. Hetzelfde geldt wanneer installaties niet functioneren of niet geïnstalleerd zijn volgens de regels van de kunst.