5. ELEKTRICITEIT

In hoofdrubriek 5 beoordeelt de woningcontroleur de elektriciteitsinstallatie en de daarbij horende gebreken. Er is slechts één rubriek, met name of er een indicatie is van een risico op elektrocutie of brand in het gebouw.

Gezien de risico’s invloed kunnen hebben op ofwel alle gebruikers van het gebouw, ofwel op de bewoners van een individuele woning in dat gebouw, wordt in onderstaand kader uitgelegd in welke rubriek de woningcontroleur het gebrek dient te quoteren.

 

Belangrijke opmerking vooraf in verband met de keuze van rubriek voor beoordeling

Bij zelfstandige woningen kunnen gebreken aan de elektriciteitsinstallaties met risico op elektrocutie op twee verschillende plaatsen in het technisch verslag gequoteerd worden: in onderstaande rubriek 51 in deel B of in rubriek 195 van deel C.

Het kan ook voorkomen dat beide rubrieken samen worden aangevinkt.

De woningcontroleur maakt het onderscheid op basis van onderstaande criteria.

A. Brandgevaar

Gebreken die een risico op brand inhouden worden steeds en uitsluitend in rubriek 51 beoordeeld.

De reden hiervan is dat een risico op brand steeds het hele gebouw in gevaar brengt.

Voorbeeld: mogelijke kortsluitingen, vonken, overmatig opwarmen of doorsmelten van geleiders.

B. Elektrocutiegevaar

Bij elektrocutiegevaar wordt er een onderscheid gemaakt:

Als het gebouw slechts één woning omvat worden de gebreken gerelateerd aan elektrocutiegevaar enkel in rubriek 51 beoordeeld.

Bij eengezinswoningen worden m.a.w. alle gebreken met risico op brand en elektrocutie in rubriek 51 (deel B, gebouw) gequoteerd. Een quotatie onder rubriek 195 is dus in een eengezinswoning onmogelijk.

Als het gebouw meerdere woningen omvat, worden de gebreken die een risico op elektrocutie inhouden, naargelang het geval als volgt gequoteerd:

1° als de gebreken zich enkel binnenin de woning voordoen en enkel een gevaar opleveren voor de bewoners van de individuele woning, worden ze in rubriek 195 en niet in rubriek 51 beoordeeld.

Dit is bijvoorbeeld het geval voor een risico op elektrocutie in de leefkamer van een appartement. Op die manier krijgen woningen waarin geen verhoogd gevaar op elektrocutie bestaat geen extra quotering.

2° als de gebreken zich buiten de individuele woningen voordoen, dan worden ze beoordeeld in rubriek 51.

Ze vormen dan immers een risico voor de bewoning van alle woningen in het gebouw.

Het kan dus voorkomen dat zowel rubriek 51 als rubriek 195 aangekruist worden.

Regelgevende tekst

Artikel 20 van het MB.