195: indicatie van een risico op elektrocutie

Toepassing van de rubriek

In rubriek 195 beoordeelt de woningcontroleur de veiligheid van de elektrische installatie op het vlak van elektrocutiegevaar, specifiek binnen in de woning. De vastgestelde indicaties kunnen dus enkel en alleen een gevaar opleveren voor de gebruikers van de woning zelf. Deze hebben dus geen weerslag op het gebouw en hebben alleen een quotering binnen de betreffende woning tot gevolg. Het gaat onder deze rubriek dus enkel over lokaal gevaar op elektrocutie (en niet op brand).

Een indicatie van een risico op elektrocutie buiten de eigenlijke woning (in de gemeenschappelijke toegang van een meergezinswoning bijvoorbeeld) wordt niet in rubriek 195, maar steeds in rubriek 51 gequoteerd. Zie in dat verband de gedetailleerde uitleg over het gebruik van de juiste rubriek 51 of 195.

Als de woning samenvalt met het gebouw worden alle gebreken aan de elektrische installaties, zowel met betrekking tot elektrocutie als brand, beoordeeld in rubriek 51 en niet in rubriek 195.

Te beoordelen onderdelen

De te beoordelen onderdelen zijn identiek aan deze voor rubriek 51, met dien verstande dat het risico op elektrocutie zich onder deze rubriek enkel binnen de beschouwde woning voordoet.

Mogelijke gebreken

Zie hieronder bij quoteringen categorie II en III voor voorbeelden van concrete toepassingsgevallen.

Quotering van concrete toepassingsgevallen

Enkel gebreken die een risico op elektrocutie met zich meebrengen binnen de woonentiteit, geven aanleiding tot een quotering.

Kleinere gebreken of vaststellingen kunnen steeds als bijkomende opmerking opgenomen worden in het vak “opmerkingen”.

Gebreken onder deze rubriek kunnen enkel als gebrek categorie II of categorie III gequoteerd worden, gezien de ernst van het gevaar.

De woningcontroleur zal dus geval per geval een zorgvuldige afweging maken – rekening houdend met de situatie in haar geheel en op basis van onderstaande richtinggevende indeling – onder welke categorie een gebrek gequoteerd wordt.

 

Een niet limitatieve lijst van concrete toepassingsgevallen is opgenomen in bijlage 59 van het MB.

 

Quotering categorie II

Alle gebreken onder deze categorie zijn per definitie ernstige gebreken die een groot risico inhouden voor de bewoners van de woonentiteit.

Voorbeelden

  1. geel-groene geleiders worden als stroomvoerende geleider gebruikt;

  2. beschermingsgeleider van onvoldoende doorsnede;

  3. het verdeelbord of de verdeelkast van de woning ontbreekt of is niet bereikbaar (opgelet: ook moeilijk bereikbaar betekent nog steeds bereikbaar; een kast die boven een deur net onder het plafond hangt, is nog steeds bereikbaar);

  4. leidingen die niet meer in gebruik zijn, zijn niet verwijderd en kunnen terug aangekoppeld worden;

  5. er is geen of een onvoldoende verliesstroominrichting; de richtlijn is van toepassing voor nieuwe en oude elektrische installaties;

  6. stopcontact met randaarding;

  7. wasmachines die opgesteld zijn in beschermvolume 2 rond bad of douche (zie specifieke voorschriften voor vochtige lokalen);

  8. loszittende schakelaars of stopcontacten, zelfs zonder aanraakbare delen onder spanning;

  9. stopcontact met aardingspen maar niet verbonden met de aardingsinstallatie;

 

Z_195_II_01: quotering rubriek 195 in categorie II: Differentieelschakelaar ontbreekt


Opmerking: ook in oude situaties (van voor 1981) is minimaal een differentieelschakelaar van 300 mA noodzakelijk bij het begin van de installatie.

Z_195_II_02: quotering rubriek 195 in categorie II: stopcontact met aardingspen, zonder aarding

Opmerking: bij stopcontacten met aardingspen dient de aarding ook aangesloten te zijn.

Z_195_II_03: quotering rubriek 195 in categorie II: stopcontact in beschermingsvolume 2


Opmerking 1: dit stopcontact, bedoeld voor de wasmachine, staat dichter dan 60 cm bij de rand van het bad en bevindt zich dus in beschermingsvolume 2, waar dit niet is toegestaan; er is elektrocutiegevaar dus wordt in categorie II gequoteerd.

Opmerking 2: er is ook een loden afvoerbuis zichtbaar op de foto; dit kan als bijkomende opmerking genoteerd worden onder rubriek 183.

Z_195_II_04: quotering rubriek 195 in categorie II: stopcontact met randaarding

 

Opmerking: in België is een stopcontact met randaarding niet toegestaan; dit wordt gequoteerd onder categorie II.

Quotering categorie III

Alle gebreken onder deze categorie zijn per definitie ernstige gebreken die een groot risico inhouden voor de bewoners en voor het gebouw.

Voorbeelden van concrete toepassingsgevallen in categorie III zijn onder andere (niet-limitatief):

Geen bescherming tegen rechtstreekse aanraking (elektrocutiegevaar):

  • schakelaars, laagspanningsborden en contactdozen waar rechtstreeks contact met de delen onder spanning mogelijk is;

  • messchakelaars;

  • niet afgeschermde draden onder spanning;

Geen bescherming tegen onrechtstreekse aanraking (elektrocutiegevaar) :

  • aardingsinstallatie ontbreekt geheel;

  • aardingsinstallatie ontbreekt gedeeltelijk en op dit deel van de installatie zijn toestellen van klasse I aangesloten;

Geen bescherming tegen overstroom (brandgevaar):

(opgelet: deze gebreken worden onder rubriek 51 gequoteerd, omdat brandgevaar altijd het hele gebouw betreft, en niet enkel een in het gebouw aanwezig woning)

  • verzwaarde of herstelde zekeringen;

  • de geleiders hebben een te kleine doorsnede;

  • de installatie is onvoldoende beveiligd (de nominale stroom van de zekering is te groot voor de doorsnede van de geleider).

 

Z_195_III_01: quotering rubriek 195 in categorie III: elektrocutiegevaar

Opmerking: een lange lijst gebreken: losse draadeinden onder spanning, geen differentieelschakelaar 300 mA, gebruik van kroonsteentjes in een zekeringkast, te lichte zekeringen, aardingsonderbreker hangt los, kast niet afsluitbaar; een aantal daarvan hebben elektrocutiegevaar tot gevolg, wat een quotatie onder categorie III vergt.

Z_195_III_02: quotering rubriek 195 in categorie III: elektrocutiegevaar: wasmachine aangesloten zonder aarding

Opmerking: een wasmachine is een toestel van klasse I (dat zelfs op een aparte kring met eigen zekering hoort te zitten), terwijl het toestel hier aangesloten is via een (niet meer toegelaten) driewegstekker op een verlengkabel zonder aarding; bovendien in een vochtige situatie; dit alles betekent quotering onder categorie III.

Z_195_III_03: quotering rubriek 195 in categorie III: Elektrocutiegevaar: aanraakbare delen onder spanning

Opmerking: de afdekkap onderaan deze boiler ontbreekt, zodat geleidende delen aangeraakt kunnen worden; ook buiten de badkamer leidt dit tot quotering onder categorie III.

Z_195_III_04: quotering rubriek 195 in categorie III: elektrocutiegevaar

 

Opmerking: ook op deze foto doen zich meerdere gebreken voor; het gebruik van een automaat als stopcontact is uiteraard niet toegestaan; onder de verliesstroomschakelaar zijn naakte geleiders aanraakbaar en ook de schroefjes van de automaten zijn aanraakbare delen onder spanning; dit alles vereist quotering onder categorie III; er wordt ook opgemerkt dat de kastdeur ontbreekt.

Bijkomende opmerking – geen quotering

Indien er in het geheel geen risico is voor de veiligheid, maar er wordt toch een vaststelling gedaan die mogelijk tot een gebrek onder deze of een andere rubriek kan leiden, dan wordt een bijkomende opmerking gemaakt in het technisch verslag.

Het kan hier ook gaan om vaststellingen die geen gebrek betekenen, maar wel aandacht vragen omdat ze potentieel hinderlijk of ongepast kunnen zijn.

Voorbeelden van concrete toepassingsgevallen zijn: onder andere (niet limitatief):

  • er is geen schema aanwezig; dit houdt geen onmiddellijk veiligheidsrisico in, het is enkel niet conform het A.R.E.I; het is uiteraard aan te raden om de betrokkenen te wijzen op het belang van de beschikbaarheid van het schema;

  • het keuringsattest ontbreekt bij nieuwbouw, nieuwe installaties, verzwaring of verkoop;

  • ontbrekende afdekplaatjes naast automatische zekeringen in een verdeelkast, wanneer de zekeringen zijn gemonteerd op een spanningsvrije DIN-rail;

  • de hoofdzekering van de maatschappij bevindt zich in een afgesloten of niet-bereikbare kelder, maar er is (voor elke woning) een degelijke verdeelkast met de nodige verliesstroomschakelaar(s) en zekeringen;

  • er is geen aanduiding van de kringen (wanneer de verdeelkast dient voor meerdere entiteiten);

  • de verdeelkast kan niet worden afgesloten en er zijn geen aanraakbare geleidende delen);

Z_195_O_01: rubriek 195, geen quotering maar bijkomende opmerking

Zekeringkast moeilijk bereikbaar

Opmerking: hoewel een zekeringkast volgens het A.R.E.I. makkelijk bediend moet kunnen worden, is dit geen gebrek in het technisch verslag: de kast is nog bereikbaar, maar moeilijker; het deurtje kan geopend worden mits de gordijnroede af te nemen; daarom wordt dit als bijkomende opmerking genoteerd.

Z_195_O_02: rubriek 195, geen quotering maar bijkomende opmerking: aparte draden ipv één kabel

Opmerking: de voeding van de kookplaat is voldoende zwaar, omdat per fase en voor de aarding telkens twee draden gebruikt werden; er is dus geen gevaar, maar het is wel praktischer om de draden in één beschermde bundel (kabel of beschermbuis) te brengen en vast te zetten.

Extra voorbeelden

Onderstaande voorbeelden geven aan wat een goede oplossing kan zijn.

Z_195_E_01: elektrische installatie, deskundig uitgebreid met fotovoltaïsche panelen: PV-installatie

Opmerking: een keurig uitgevoerde uitbreiding van een installatie met fotovoltaïsche panelen (voor de productie van elektriciteit): een aparte zekeringkast met zekeringen voor de fotovoltaïsche panelen en voor het extra stopcontact, met een verliesstroomschakelaar en een groene stroom kWh-meter.

Regelgeving

Artikel 67 van het MB.

De bepalingen van artikel 21 zijn van overeenkomstige toepassing.

Bijlage 59 van het MB.

Veelgestelde vragen