Deel E: eindbeoordeling van de kamer (S)
Deel E van het technisch verslag voor seizoenarbeiders is gelijkaardig opgebouwd als deel E van het technisch verslag voor gewone kamers en loopt grotendeels gelijk. Daarom wordt hieronder enkel weergegeven wat anders is.
Eerst wordt het totaal aantal gebreken van het gebouw per categorie overgenomen uit de eindbeoordeling van deel B, zoals vermeld onder algemene werkwijze deel E bij de kamers.
Daarna gebeurt hetzelfde voor de gebreken van de kamer, waarin ook de gebreken van de eventueel in de kamer aanwezige interne functies opgenomen zijn, zoals die in de eindbeoordeling van deel C werden getotaliseerd. Zie ook hiervoor onder algemene werkwijze deel E bij de kamers.
Het grootste stuk van deel E wordt ingenomen door de evaluatie van de gemeenschappelijke functies. Zie ook hiervoor onder algemene werkwijze deel E bij de kamers.
Beoordeling van de woningkwaliteit van de gemeenschappelijke functies
Algemeen principe
Zie voor het algemeen principe en de beoordeling van de toilet- en badfunctie bij de omschrijving hiervan bij kamers.
Afwijkend principe bij de gemeenschappelijke ruimte
In het technisch verslag voor seizoenarbeiders komt in deel E ook de woningkwaliteit van de gemeenschappelijke ruimte aan bod. Deze omschrijving heeft betrekking op de gemeenschappelijke keukenruimte die aanwezig is. Aangezien er bij kamers voor seizoenarbeiders geen aparte bepalingen zijn over de vereiste nettovloeroppervlakte van de keukenfunctie, gebeurt de beoordeling van de woningkwaliteit op een iets andere manier.
Er wordt daarbij immers rekening gehouden met de nettovloeroppervlakte van de conforme gemeenschappelijke (leef)ruimte (zie verder bij de beoordeling van de bezetting van de gemeenschappelijke functies) en de conformiteit van keukenfuncties in het hele pand.
Opgelet: bij de berekening van de nettovloeroppervlakte wordt steeds het hele pand in acht genomen en niet enkel de nettovloeroppervlakte van het aparte deel in geval van toewijzing van bepaalde functies aan specifieke kamers.
Een gemeenschappelijke ruimte met keukenfunctie is conform als er in het lokaal met de keukenfuncties minimaal 1 functie is die conform is (zowel op vlak van het lokaal als van de functie). Conformiteit betekent ook hier dat er geen gebreken van categorie II of III en niet meer dan 6 gebreken van categorie I aanwezig mogen zijn.
Als er voldoende conforme gemeenschappelijke leefruimte aanwezig is, worden enkel gebreken van categorie III van alle aanwezige gemeenschappelijke keukenfuncties in het pand doorgerekend.
Anders dan bij gewone kamers zal het ontbreken van conforme keukenfuncties (hoewel er wel keukenfuncties zijn) in dit geval resulteren in een gebrek van categorie III in deel E onder woningkwaliteit. Bij gewone kamers wordt dit bij de bezetting van de keukenfunctie doorgerekend, wat hier niet mogelijk is.
Als er onvoldoende conforme gemeenschappelijke leefruimte aanwezig is, worden alle gebreken van niet-conforme gemeenschappelijke ruimten met keukenfunctie doorgerekend en alle gebreken van categorie III van keukenfuncties. Indien in een ruimte meer dan 1 keukenfunctie aanwezig is worden de gebreken van het lokaal slechts 1 keer geteld.
Als er helemaal geen gemeenschappelijke keukenfuncties (conform noch niet-conform) aanwezig zijn, dan wordt een gebrek van categorie III toegekend bij de interne keukenfunctie in rubriek 291 bij elke afhankelijke kamer. Als bijkomende opmerking wordt daar dan genoteerd dat er ook geen gemeenschappelijke keukenfunctie aanwezig is.
Dezelfde werkwijze wordt gehanteerd als er in een pand met kamers voor seizoenarbeiders wel degelijk gemeenschappelijke keukenfuncties zijn, maar wanneer die niet conform zijn. Waar men bij kamers in dit geval gewoon de optelling van de gebreken kan doen en dit bij woningkwaliteit in deel E voor de keukenfunctie kan noteren, kan dit niet in het geval van kamers voor seizoenarbeiders, omdat het in deel E over de volledige leefruimte gaat.
Voorbeeld van een pand met drie gemeenschappelijke ruimten (GR):
GR1 heeft 2 keukenfuncties: keukenfunctie 1 is conform (2 gebreken categorie I), keukenfunctie 2 is niet conform (3 gebreken categorie II en 1 gebrek categorie I);
GR2 heeft 1 keukenfunctie die conform is (1 gebrek categorie I);
GR3 heeft 2 niet conforme keukenfuncties (resp. 1 gebrek categorie II en 2 gebreken categorie II).
Als er voldoende conforme gemeenschappelijke ruimte aanwezig is, dan wordt er geen gebrek toegekend aan de kamers (er is immers geen gebrek van categorie III in een keukenfunctie).
Als er onvoldoende conforme gemeenschappelijke ruimte aanwezig is, dan worden enkel de gebreken van GR3 doorgerekend. GR1 is immers conform aangezien er minimaal 1 keukenfunctie in aanwezig is die conform is.
Beoordeling van de bezetting van de gemeenschappelijke functies
Algemeen principe
Zie voor het algemeen principe en de beoordeling van de toilet- en badfunctie bij de omschrijving hiervan bij kamers.
Afwijkend principe bij de gemeenschappelijke ruimte
Ook hier zal de beoordeling of er voldoende gemeenschappelijke ruimte is gebeuren op basis van de conforme ruimten. Elke gemeenschappelijke ruimte of deel ervan wordt afzonderlijk beoordeeld (dus ook elke gang, keuken, …) op conformiteit volgens de hoger beschreven regels. Delen die niet conform zijn, worden niet meegenomen in de berekening voor de noodzakelijke conforme nettovloeroppervlakte. De nettovloeroppervlakte van de conforme gemeenschappelijke ruimte wordt in het technisch verslag opgenomen, evenals de totale nettovloeroppervlakte van de aanwezige gemeenschappelijke ruimte. Quotering gebeurt als er onvoldoende conforme gemeenschappelijke ruimte is en dit overeenkomstig de regels zoals omschreven bij kamers.
Praktisch toegepast
Ten eerste wordt de eindbeoordeling van de gemeenschappelijke toiletfunctie gemaakt
Zie hiervoor bij eindbeoordeling van de gemeenschappelijke toiletfunctie bij kamers, waar deze beoordeling identiek verloopt.
Ten tweede wordt de eindbeoordeling van de gemeenschappelijke badfunctie gemaakt
Zie hiervoor bij eindbeoordeling van de gemeenschappelijke badfunctie bij kamers, waar deze beoordeling identiek verloopt.
Ten derde wordt de eindbeoordeling van de gemeenschappelijke ruimte gemaakt
Onder het onderdeeltje ‘woonkwaliteit gemeenschappelijke ruimte’ wordt rechts in de tabel per categorie de som gemaakt van de gebreken van de gemeenschappelijke kook- of leefruimte uit enerzijds de rubrieken 10 – 13, 19, 22, 23, 25 en 26 en anderzijds van de eindbeoordeling van de gemeenschappelijke kook- of leefruimte. Indien in het gebouw meerdere gemeenschappelijke kook- of leefruimten aanwezig zijn en er dus ook meerdere delen D voor de gemeenschappelijke kook- of leefruimte zijn, worden alle gebreken per categorie opgeteld.
Gemeenschappelijke ruimte
Onder gemeenschappelijke ruimte wordt verstaan “een gemeenschappelijk deel van de kamerwoning dat aangewend wordt als zitplaats, keuken, interne circulatieruimte of gemeenschappelijk sanitair lokaal”. Dus ook de oppervlakte van gangen en sanitair moet opgemeten worden en telt mee voor de berekening van de oppervlakte van de gemeenschappelijke ruimte.
De opmeting van de ruimten gebeurt zoals vermeld onder Omtrent nettovloeroppervlakte onder deel F.
Onder het onderdeeltje ‘bezetting gemeenschappelijke ruimte’ wordt de benutting van de keukenfunctie bepaald en worden de gebreken van de keukenfunctie overgenomen (uit ‘eindbeoordeling keukenfunctie’ van hoofdrubriek 29 uit deel D).
Eerst wordt de bezettingsnorm van alle kamers die gebruik maken van de gemeenschappelijke ruimte, bepaald. Dit totaal aantal personen bestaat uit de optelsom van de bezettingsnorm van alle kamers die van deze gemeenschappelijke ruimte afhankelijk zijn. Dit getal wordt ingevuld achter ‘bezettingsnorm van de afhankelijke kamers’.
Daaronder wordt ingevuld wat de totale nettovloeroppervlakte is van de gemeenschappelijke ruimte die in het gebouw aanwezig zijn, ongeacht de gebreken, evenals de totale nettovloeroppervlakte van alle gemeenschappelijke ruimte die conform (d.i. geschikt om gebruikt te worden, dus zonder gebreken van categorie II of III en niet meer dan 6 gebreken van categorie I) zijn. De berekening van de nettovloeroppervlakte van de gemeenschappelijke ruimte gebeurt zoals bepaald onder Deel F, in het onderdeel Omtrent nettovloeroppervlakte.
Om de maximale capaciteit (het toegelaten maximum aantal personen dat van de gemeenschappelijke ruimte gebruik mag maken) te bepalen, wordt de nettovloeroppervlakte van de gemeenschappelijke ruimte, zowel alle aanwezige als alle conforme gemeenschappelijke ruimte) gedeeld door de vereiste oppervlakte per persoon. Deze vereiste oppervlakte per persoon varieert naargelang de totale bezettingsnorm voor het pand:
-
8 m² + (2 m² x het aantal bewoners) wanneer de bezettingsnorm van alle kamers samen lager is dan 50;
-
8 m² + (1,75 m² x het aantal bewoners) wanneer de bezettingsnorm van alle kamers samen hoger is dan 50 en niet hoger dan 199;
-
8 m² + (1,50 m² x het aantal bewoners) wanneer de bezettingsnorm van alle kamers samen 200 of hoger is.
Er is hier dus geen lineair verband, omdat dit niet geschikt is voor groter wordende groepen gebruikers. Het resultaat van deze berekening wordt tot op het geheel getal naar beneden afgerond.
Er wordt een gebrek gequoteerd wanneer de bezettingsnorm van de afhankelijke kamers het aantal personen overschrijdt waarvoor de oppervlakte van de conforme gemeenschappelijke ruimte volstaat. De mate waarin die overschrijding gebeurt, bepaalt de categorie waarin gequoteerd wordt. De basis hiervoor is het bezettingsequivalent of de maximale capaciteit van de gemeenschappelijke ruimte, zoals die hierboven berekend wordt (de vereiste oppervlakte per persoon varieert naargelang de totale bezettingsnorm voor het pand):
-
Overschrijding kleiner dan 50%: categorie I;
-
Overschrijding met 50 % maar minder dan 100 %: categorie II;
-
Overschrijding met 100 % of meer: categorie III.
Indien er bijvoorbeeld in een pand met 7 seizoenarbeiders een conforme gemeenschappelijke ruimte aanwezig is met een oppervlakte van 20 m², en het pand heeft een bezettingsnorm van 8 bewoners, dan wordt gequoteerd onder categorie I:
-
20 m² nettovloeroppervlakte in de keuken geeft een bezettingsequivalent van (19 - 8) / 2 = 5,50 dus 5 personen (er wordt naar beneden afgerond);
-
de bezettingsnorm bedraagt 8 personen;
-
de overschrijding is groter dan 50% maar kleiner dan 100%, want 8 is groter dan 5 x 150% (7,5) maar kleiner dan 8 x 200% (16);
-
dus volgt quotatie onder categorie II.
Helemaal onderaan deel E verschijnt dan de eindbeoordeling van de kamer. Dit wordt berekend als het totaal van alle bovenstaande gebreken uit de relevante delen B, C en D.
Als er 7 of meer gebreken van categorie I voorkomen in het totaal van de delen B, C en D zoals deze in deel D worden opgeteld, dan wordt er een gebrek van categorie II toegekend.
Staat er in deze eindbeoordeling een gebrek van categorie II genoteerd, dan zal de kamer ongeschikt geadviseerd worden en niet in aanmerking komen voor een conformiteitsattest.
Staat er een gebrek van categorie III genoteerd, dan zal de kamer ongeschikt en onbewoonbaar geadviseerd worden en niet in aanmerking komen voor een conformiteitsattest.