1. PARAMETERS

Omtrent nettovloeroppervlakte

Binnen het kader van de minimale woningkwaliteit wordt de nettovloeroppervlakte van een niet-zelfstandige woning gedefinieerd als de som van de vloeroppervlakten van alle woonlokalen in de niet-zelfstandige woning, gemeten tussen de begrenzende constructiedelen.

De vloeroppervlakte ingenomen door leidingen, radiatoren en andere verwarmingselementen, kastenwanden en aanverwante elementen behoort tot de nettovloeroppervlakte en wordt dus niet in mindering gebracht. De oppervlakte ingenomen door een deur- en raamopening tot op de grond wordt in rekening gebracht wanneer die insprong een oppervlakte heeft groter dan 0,5m² en de hoogte van die opening minstens 180 cm bedraagt.

Bij de berekening wordt uitgegaan van het aantal woonlokalen (leefkamer(s), keuken en slaapkamer(s)) in de kamer en de totale nettovloeroppervlakte ervan.

Zie onder De berekening praktisch voor een schematische voorstelling.

Bij een niet-zelfstandige woning met een totale nettovloeroppervlakte van de woonlokalen tussen 9 en 12 m² en gebouwd of vergund vóór 01/10/2016 wordt de oppervlakte van de aparte badkamer meegeteld voor maximaal 3 m². Zie onder rubriek 241 voor een gedetailleerde uitleg.

De nettovloeroppervlakte wordt gemeten in de zone waar de woonlokalen een plafondhoogte hebben van minstens 220 cm.

Bijkomend wordt bij hellende plafonds de nettovloeroppervlakte meegerekend met een vrije hoogte groter dan 180 cm, mits er in het lokaal een hoogte van 220 cm wordt bereikt.

Wanneer zich in een lokaal een mezzanine bevindt, dan wordt enkel de oppervlakte van het lokaal gerekend, tenzij zowel onder als boven de mezzanine een vrije hoogte van minstens 220 cm aanwezig is. In alle andere gevallen leidt de mezzanine niet tot een vergroting van de nettovloeroppervlakte van het lokaal.

Omtrent aantal woonlokalen

Enkel de woonlokalen komen in aanmerking voor deze optelsom: leefkamer(s), keuken en slaapkamer(s).

Met de volgende lokalen wordt geen rekening gehouden:    

  • lokalen waarvan de in aanmerking te nemen nettovloeroppervlakte kleiner is dan 4 m²;

  • lokalen die minder dan 4 m² vloeroppervlakte hebben met een plafondhoogte van minstens 220 cm;

  • lokalen zonder natuurlijke verlichting (tenzij het om een keuken gaat).

De regel dat een leefruimte van minstens 8 m² met open keuken geldt als twee woonlokalen, is niet van toepassing bij niet-zelfstandige woningen.

Wanneer twee lokalen met mekaar verbonden zijn door een opening die breder is dan 150 cm,  minstens 200 cm hoog en zonder deur, dan wordt dit gezien als één lokaal. Indien de opening smaller of minder hoog is, worden twee lokalen gerekend.

In studentenkamers kan een klein en ondergeschikt naasliggend lokaal met een oppervlakte van minder dan 4 m² samen met de eigenlijke kamer worden beschouwd als één lokaal, op voorwaarde dat:

  1. in dit lokaaltje een bestemming of functie zoals keukenfunctie of badfunctie of lavabo, is ondergebracht ten dienste van de kamer, waarbij louter verbindende functies (inkomhal, gang, sas) uitgesloten zijn;

  2. de verbindende opening breder is dan 80 cm en minstens 200 cm hoog;

  3. zowel deur als deurkader niet aanwezig zijn.

Een mezzanine maakt steeds deel uit van het lokaal waarin de mezzanine zich bevindt, tenzij die effectief een tweede afgesloten lokaal vormt.

Regelgeving

Artikel 121 van het MB.

Veelgestelde vragen