3. DRAGENDE BINNENMUREN
Toepassing van de hoofdrubriek
In hoofdrubriek 3 beoordeelt de woningcontroleur de binnenmuren van een gebouw, zowel op het vlak van stabiliteit, in rubriek 31, als van vocht, in rubriek 32.
Basisbegrippen stabiliteit binnenmuren
De dragende binnenmuren van een gebouw vormen de verticale structuur van het interne deel van het gebouw. Ze maken deel uit van de integrale stabiliteit aan het gebouw. Enerzijds dragen zij mee het gewicht van de draagvloeren en de daarop inwerkende gebruiksbelastingen, anderzijds zorgen zij voor de nodige stijfheid van het geheel van muren. De binnenmuren zijn niet onderhevig aan weersinvloeden en zorgen puur voor de overdracht van de belastingen van het gebouw naar de fundering. Inzicht van de woningcontroleur in de lastendaling in een gebouw is dus noodzakelijk. Het onderscheid tussen dragende en niet-dragende binnenmuren is immers niet altijd makkelijk te maken en hangt niet louter van de dikte van de muren af; het komt wel voor, zeker in oudere constructies, dat alle binnenmuren (dragende en niet-dragende) samen voor de stabiliteit van het geheel zorgen.
Permanente belasting: het eigen gewicht van de diverse binnenmuurconstructies en het eigen gewicht van draagvloeren (en soms ook daken) die naar deze muurconstructies worden afgeleid.
Veranderlijke belasting: het gewicht dat, bedoeld of niet, aangrijpt op de binnenmuren. Dit gewicht bestaat uit de gebruiksbelasting van draagvloeren (en eventueel daken) die naar de dragende binnenmuren wordt afgeleid.
Bij hoge binnenmuren, die niet of weinig door tussenvloeren worden onderbroken, is de stijfheid van die muren belangrijk, zodat ze niet gaan doorbuigen en er risico is op knikgevaar. Hetzelfde geldt voor slanke kolommen, die soms deel uitmaken van dragende binnenmuren.
Tot slot zijn er ook de toevallige belastingen, zoals brand, schokken, trillingen (verkeer bijvoorbeeld), verbouwingswerken, enz… die doorgaans niet in de stabiliteit van het gebouw zijn ingecalculeerd maar die er wel een (blijvende) invloed op kunnen uitoefenen.
Regelgevende tekst
Artikel 15 van het MB.