AFWERKING van de onderste (draag)vloer(en)

132. beschadiging (excl. vochtschade) of verwering / noodzakelijke afwerking ontbreekt

Toepassing van de rubriek

In rubriek 132 beoordeelt de woningcontroleur alle mogelijke schade aan de afwerking van de onderste vloeren van de woning, behalve vochtschade, die wordt behandeld in rubriek 131.

De in rubriek 132 te beoordelen elementen worden grafisch weergegeven in bijlage 34 van het MB.

Afbeelding met tekst, kaart

Automatisch gegenereerde beschrijving

Te beoordelen elementen

De afwerking van de onderste draagvloer van de woning is de gelijkvloerse vloer. Wanneer de woning zich op de verdieping bevindt, dan wordt deze verdiepingsvloer als onderste draagvloer beschouwdv omdat in dat geval de verdiepingsvloer de onderste omgrenzing van de woning vormt.

Het gaat in deze rubriek over de noodzakelijke afwerking aan de bovenkant van de onderste draagvloer, ofwel om de eigenlijke vloer. Een gepolierde betonnen vloer heeft geen verdere afwerking nodig. Op een ruwe en oneffen betonplaat mag echter wel een afwerking verwacht worden. De term ‘noodzakelijk’ wordt in het kader van de minimale woningkwaliteit geïnterpreteerd in functie van veiligheid en gezondheid. Indien de draagvloer zonder afwerking een negatieve invloed qua veiligheid en/of gezondheid heeft op het gebruik van de ruimte, dan wordt dit als gebrek genoteerd. In die zin is ook een onbehandelde chape (dekvloer)1 niet geschikt als afwerking.

Als vloerafwerking komen heel wat materialen in aanmerking, die op een verschillende manier kunnen aangebracht zijn (gelijmd op een dekvloer, genageld, in de mortel gelegd, …):

  • harde vloeren, zoals tegels;

  • halfharde vloeren, zoals parket of plankenvloer;

  • zachte/soepele vloeren, zoals tapijt, kurk, linoleum, vinyl, …;

  • gegoten vloeren, zoals grindtapijt, epoxyvloeren, gietharsvloeren, …;

  • ruwbouwvloeren, zoals gepolierde beton, geöliede dekvloer, geverniste OSB-plaat, …

Ook de diverse randafwerkingen van vloeren komen in deze rubriek aan bod:

  • plinten in diverse materialen;

  • tussendeurdorpels;

  • aansluitingsprofielen (tussen twee types vloerbekleding bijvoorbeeld) en/of uitzetprofielen;

Losliggende tapijten, vloerkleden en voetmatten vallen buiten deze rubriek, aangezien ze makkelijk vervangbaar zijn en bovendien geen vast onderdeel van de woning uitmaken.

Soms komt het voor dat ruwbouw niet wordt afgewerkt, zoals in het geval van een gepolierde betonvloer of een eenvoudige plankenvloer op houten roostering. Hier is technisch gezien geen sprake van een afwerking, maar toch kunnen zich ook hier gebreken voordoen op het niveau van afwerking (en niet van stabiliteit), die een quotering verantwoorden in deze rubriek.

Werkwijze van de woningcontroleur

De woningcontroleur beoordeelt deze vloeren visueel aan de binnenzijde van de woning op zichtbare gebreken, behalve indien deze gebreken te wijten zijn aan problemen met stabiliteit of vocht. In dit geval gebeurt de quotering in rubriek 41 voor stabiliteit ofrubriek 131 voor vochtschade.

Het gaat hier louter om gebreken van afwerking, en het is belangrijk dat de woningcontroleur duidelijk dit onderscheid maakt. In geval van vochtschade is dit evident; wanneer er scheuren en barsten zichtbaar zijn, kunnen die te wijten zijn aan een stabiliteitsprobleem maar ook aan een werking van de afwerkmaterialen op zich. De woningcontroleur zal in dit geval de juiste inschatting dienen te maken.

De eventuele onderlagen van vloerbedekkingen horen eveneens tot de afwerking van de onderste draagvloer en worden hier mee beoordeeld. Dit gaat bijvoorbeeld over de chape (dekvloer) waarop de tegels zijn aangebracht of over de egalisatielaag waarop kurk werd gelijmd. Deze onderlagen zijn enerzijds noodzakelijk om de vloerbedekking correct te kunnen aanbrengen, en horen anderzijds niet bij de constructieve opbouw van de draagvloer zelf.

Matten en vloerkleden maken nooit deel uit van de noodzakelijke afwerking en kunnen dus nooit beoordeeld worden, in welke staat deze zich ook bevindt. Indien de toestand of plaatsing van een mat of een vloerkleed gevaren oplevert, kan wel een bijkomende opmerking worden gemaakt.

Mogelijke gebreken

Enkel gebreken die de veilige beloopbaarheid en het normaal gebruik van de vloer in het gedrang brengen, worden gequoteerd, zoals:

  1. gebreken die te wijten zijn aan beschadiging, exclusief vochtschade of verwering, waaronder:

  1. ernstig afgesleten of gebarsten vloerbedekking;

  2. ernstige vervormingen, opbolling of verzakking van de vloerbedekking;

  3. scheuren, barsten, loskomende stukken, verpulvering of uitrafeling op meerdere plaatsen;

  4. schade als gevolg van onder meer brand, vandalisme, ...

  1. Het ontbreken van de noodzakelijke afwerking in lokalen bestemd voor woonfuncties, waaronder:

  1. de bestaande vloerbedekking werd geheel of gedeeltelijk verwijderd maar niet vervangen;

  2. soepele vloerbekledingen zijn op meerdere plaatsen weggebroken;

  3. onafgewerkte dekvloer of chape, tenzij de toplaag gefixeerd werd met vernis of coating, en geen verbrokkeling of stofvorming mogelijk is zoals bij ruwe beton, ruwe planken of platen;

  4. de noodzakelijke plinten ontbreken geheel of gedeeltelijk.

Esthetiek speelt bij de beoordeling van gebreken geen rol. Indien bijvoorbeeld ontbrekende vloertegels werden vervangen door een ander type tegel, of zelfs werd opgevuld met een effen en niet brokkelige mortel, wordt dit niet als gebrek gequoteerd; de vloer is immers veilig beloopbaar en kan normaal gebruikt worden.

Quotering van concrete toepassingsgevallen

Gebreken in deze rubriek kunnen enkel als gebrek categorie I gequoteerd worden, hoe minimaal of ernstig de omvang of graad van het gebrek ook is.

Indien de oorzaak van de schade stabiliteit of vocht is, dan wordt dit gequoteerd in rubriek 41 voor stabiliteit of rubriek 131 voor vocht.

Wanneer het stabiliteitsprobleem of het vochtprobleem is opgelost, maar er is nog gevolgschade zichtbaar, wordt dit in rubriek 132 gequoteerd. Wanneer vochtschade duidelijk opgedroogd is en een normaal en veilig gebruik van de vloer mogelijk is, wordt niet gequoteerd maar enkel een bijkomende opmerking gemaakt.

Een niet limitatieve lijst van concrete toepassingsgevallen is opgenomen in bijlage 35 van het MB.

Quotering categorie I

Gebreken die louter en alleen met afwerking van de onderste draagvloer te maken hebben, worden altijd gequoteerd in categorie I, ongeacht de ernst of omvang ervan.

Z_132_I_01: quotering rubriek 132 in categorie I: ernstige barsten in de vloer, ontbrekende afwerking tussen beide vloeren


Opmerking: de barsten in de vloer zorgen voor oneffenheden die de beloopbaarheid bemoeilijken; de voeg tussen de vloer van de verschillende ruimten is gedicht met een ongeschikt materiaal en is niet afgedekt met een overgangsprofiel.

Z_132_I_02: quotering rubriek 132 in categorie I: noodzakelijke plinten ontbreken

 

Opmerking 1: de plinten ontbreken op een deel van de muur; het onderhoud wordt bemoeilijkt en er zal vlugger verdere schade ontstaan; dit gebrek wordt gequoteerd onder categorie I.

Opmerking 2: de beschadiging van het behang is oppervlakkig en wordt niet gequoteerd; dit kan wel als bijkomende opmerking worden genoteerd onder rubriek 153.

Z_132_I_03: quotering rubriek 132 in categorie I: noodzakelijke vloerafwerking ontbreekt deels


Opmerking 1: er ontbreken twee tegels in deze vloer wat de beloopbaarheid bemoeilijkt en de bewoner  kan doen struikelen; daarom wordt dit gebrek gequoteerd onder categorie I.

Opmerking 2: de aanwezigheid van diverse voorwerpen op de vloer wordt vermeld als bijkomende opmerking, zelfs indien dit in die mate is dat visuele controle van de vloerafwerking niet of onvoldoende mogelijk is; de onmogelijkheid tot controle wordt dan aan de bijkomende opmerking toegevoegd; een gebrek wordt niet toegekend, vermits de vloer immers in perfecte staat kan zijn.

Bijkomende opmerking – geen quotering

Een bijkomende opmerking is geen gebrek maar een vaststelling van een opvallende situatie in de vloerafwerking van de onderste draagvloer van de woongelegenheid; die situatie kan storend of hinderlijk zijn, maar heeft geen enkele invloed op veiligheid of gezondheid (bijvoorbeeld een aantal ontbrekende tegels die opgevuld werden met een effen, niet brokkelige mortel).

Z_132_O_01: rubriek 132, geen quotering maar bijkomende opmerking: barst in enkele vloertegels

 

Opmerking: deze barst, mogelijk ontstaan door het ontbreken van een uitzettingsvoeg, wordt niet als gebrek gequoteerd: de gebroken delen zitten stevig vast en de randen zijn niet scherp; dit kan als bijkomende opmerking genoteerd worden.

Regelgeving

Artikel 43 van het MB.

Bijlagen 34 en 35 van het MB.

Veelgestelde vragen