2. BUITENMUREN (en gemeenschappelijke muren)
Toepassing van de hoofdrubriek
In hoofdrubriek 2 beoordeelt de woningcontroleur de buitenmuren en gemeenschappelijke muren van een gebouw, zowel op het vlak van stabiliteit, in rubriek 21, als van vocht, in rubriek 22.
De stabiliteit van binnenmuren valt onder rubriek 31.
Basisbegrippen stabiliteit buitenmuren
De buitenmuren van een gebouw vormen (samen met de eventuele gemeenschappelijke muren) de verticale structuur van het omhulsel van het gebouw. Omwille van hun verticaliteit hebben zij minder te lijden onder neerslag dan de daken, maar anderzijds vangen zij zo goed als alle gewicht op van de constructie en haar belastingen, en leiden deze krachten af naar de funderingen, die op hun beurt de krachten overbrengen naar de draagkrachtige bodem. Inzicht van de woningcontroleur in de lastendaling in een gebouw is dus noodzakelijk.
Permanente belasting: het eigen gewicht van de buitenmuurconstructies en het eigen gewicht van daken en draagvloeren die naar deze muurconstructies worden afgeleid.
Veranderlijke belasting: het gewicht dat, bedoeld of niet, aangrijpt op de buitenmuren en gemeenschappelijke muren, en dat gevormd wordt door de gebruiksbelasting die op de daken en draagvloeren inwerkt.
De windbelasting oefent een horizontale kracht uit op de buitenmuren: de wind zet druk op de buitenmuur, en oefent een zuigkracht uit aan de andere kant. Vrijstaande muren hebben hier uiteraard veel meer hinder van dan gebouwen, die door de inherente stijfheid van de constructie aan de windkracht meer weerstand kunnen bieden.
Een andere horizontale kracht die op buitenmuren en gemeenschappelijke muren kan inwerken is de spatkracht die door de krachten in zadeldaken wordt overgebracht op de muren. Bij onvoldoende weerstand en/of het ontbreken van een ringbalk, kan dit leiden tot uitbuiking van buitenmuren.
Intern in buitenmuurconstructies kunnen ook krachten optreden door krimp en uitzetting, als gevolg van schommelingen in temperatuur en vochtigheid. Hieruit kan schade ontstaan in individuele bouwdelen en tussen elementen die verschillend reageren op krimp en uitzetting.
Verder kan het nadien aanbrengen van diverse installaties aan bestaande gevels (uithangborden, zonnetenten, enz…) een flinke bijkomende belasting voor een buitenmuur betekenen.
Tot slot zijn er ook de toevallige belastingen, zoals brand, schokken, ontploffingen, aanrijdingen, verbouwingswerken, enz… die doorgaans niet in de stabiliteit van het gebouw zijn ingecalculeerd maar die er wel een (blijvende) invloed op kunnen uitoefenen.
Regelgevende tekst
Artikel 12 van het MB.