Deel E: eindbeoordeling van de kamer (A)
Deel E van het technisch verslag voor arbeidskrachten is gelijkaardig opgebouwd als deel E van het technisch verslag voor gewone kamers en loopt grotendeels gelijk. Daarom wordt hieronder enkel weergegeven wat anders is.
Eerst wordt het totaal aantal gebreken van het gebouw per categorie overgenomen uit de eindbeoordeling van deel B, zoals vermeld onder algemene werkwijze deel E bij de kamers.
Daarna gebeurt hetzelfde voor de gebreken van de kamer, waarin ook de gebreken van de eventueel in de kamer aanwezige interne functies opgenomen zijn, zoals die in de eindbeoordeling van deel C werden getotaliseerd. Zie ook hiervoor onder algemene werkwijze deel E bij de kamers.
Het grootste stuk van deel E wordt ingenomen door de evaluatie van de gemeenschappelijke functies. Zie ook hiervoor onder algemene werkwijze deel E bij de kamers.
In deel E worden ook de gebreken woningkwaliteit van de gemeenschappelijke leefruimte overgenomen. Zowel de gebreken van de gemeenschappelijke leefruimte in en aansluitend bij het gebouw als deze van de eventuele externe gemeenschappelijke leefruimte worden daarbij in aanmerking genomen.
Opgelet: de bezetting van de gemeenschappelijke leefruimte wordt niet opgenomen in deze eindbeoordeling, zoals dat voor de drie andere functies wel het geval is. De beoordeling of de oppervlakte van de gemeenschappelijke leefruimte voldoende groot is, gebeurt in rubriek 242 van het deel C.
Beoordeling van de woningkwaliteit van de gemeenschappelijke functies
Algemeen principe
Zie voor het algemeen principe en de beoordeling van de toilet- en badfunctie bij de omschrijving hiervan bij kamers.
Afwijkend principe bij de gemeenschappelijke keukenfunctie
Bij de gemeenschappelijke keukenfunctie wordt niet alleen naar de aanwezigheid van eventuele gebreken gekeken om vast te stellen of de functie conform is. Ook de nettovloeroppervlakte dient voldoende groot te zijn om van een conforme functie te kunnen spreken. Dit is dus anders dan bij de gemeenschappelijke bad- en toiletfunctie. Enkel de vloeroppervlakte van conforme keukenfuncties wordt meegenomen in de berekening. Als er in een gemeenschappelijke ruimte meerdere keukenblokken staan, wordt de keukenfunctie (lokaal plus keukenblok) als conform beschouwd als er minstens één conforme keukenfunctie aanwezig is.
Voorbeeld:
Een kamerwoning heeft 4 kamers die elk een bezettingsnorm van 2 hebben. In de kamerwoning zijn er 3 toiletten, 1 badkamer en 1 keuken van 20 m².
Toilet 1 en 2 bevinden zich in een lokaal; dit lokaal heeft 5 gebreken in categorie I. Toilet 1 heeft daarenboven nog 3 gebreken van categorie I. Toilet 2 heeft nog 1 gebrek van categorie I en toilet 3 heeft een gebrek van categorie II.
De badkamer heeft een gebrek van categorie II en de keuken 3 gebreken van categorie I.
De som van de individuele bezettingsnormen van de functieafhankelijke kamers is 8. Voor 8 personen is er in de keuken 12 m² nettovloeroppervlakte nodig. In dit geval is dit aanwezig. Aangezien er slechts 3 gebreken van categorie I zijn, is de keuken conform. Er wordt geen gebrek toegekend bij het onderdeel woningkwaliteit in deel E bij de gemeenschappelijke keukenfunctie.
Eén badfunctie is vereist per 10 personen. Op zich volstaat dit in dit geval. De badkamer heeft echter een gebrek van categorie II en is niet conform. Het gebrek van categorie II wordt ook overgenomen bij de beoordeling van de woningkwaliteit in deel E.
Er zijn eveneens 3 toiletten, wat volstaat voor de maximaal toegelaten bewoning. Toiletfunctie 1 heeft 8 gebreken in categorie I (lokaal + toilet), toiletfunctie 2 heeft 6 gebreken van categorie I en toiletfunctie 3 heeft een gebrek van categorie II. Toiletfunctie 1 en 3 zijn niet conform, enkel toiletfunctie 2 is conform. Het pand beschikt dus over 1 conform toilet, voldoende voor 6 personen. Aangezien er 8 personen mogen wonen, zijn er niet voldoende conforme toiletfuncties en worden de gebreken van de niet-conforme functies doorgerekend. Dit geeft 8 gebreken van categorie I en 1 gebrek van categorie II in het onderdeel woningkwaliteit in deel E.
Afwijkend principe bij de gemeenschappelijke leeffunctie
Alle gebreken van woningkwaliteit in de gemeenschappelijke leeffunctie worden overgenomen. Deze staan vermeld in het deel D: GEMEENSCHAPPELIJKE FUNCTIE en in het deel D: EXTERNE GEMEENSCHAPPELIJKE LEEFFUNCTIE van het technisch verslag.
Anders dan bij de gemeenschappelijke sanitaire functies en de keukenfunctie wordt er dus geen rekening gehouden met de aanwezigheid van voldoende of onvoldoende conforme functies om te bepalen welke gebreken worden overgenomen. Omdat het gaat om de leeffunctie is het logisch dat alle gebreken worden overgenomen, ongeacht of er voldoende nettovloeroppervlakte voor de leeffunctie aanwezig is.
Beoordeling van de bezetting van de gemeenschappelijke functies
Algemeen principe
Zie voor het algemeen principe en de beoordeling van de toilet- en badfunctie bij de omschrijving hiervan bij kamers.
Afwijkend principe bij de gemeenschappelijke keukenfunctie
Zie voor het afwijkend principe en de beoordeling van de gemeenschappelijke keukenfunctie bij de omschrijving hiervan bij kamers.
Afwijkend principe bij de gemeenschappelijke leeffunctie
De bezetting van de leeffunctie wordt niet in Deel E beoordeeld, maar wel in rubriek 242 in deel C.
Praktisch toegepast
Ten eerste wordt de eindbeoordeling van de gemeenschappelijke toiletfunctie gemaakt
Zie hiervoor bij eindbeoordeling van de gemeenschappelijke toiletfunctie bij kamers, waar deze beoordeling identiek verloopt.
Ten tweede wordt de eindbeoordeling van de gemeenschappelijke badfunctie gemaakt
Zie hiervoor bij eindbeoordeling van de gemeenschappelijke badfunctie bij kamers, waar deze beoordeling identiek verloopt.
Ten derde wordt de eindbeoordeling van de gemeenschappelijke keukenfunctie gemaakt
Zie hiervoor bij eindbeoordeling van de gemeenschappelijke keukenfunctie bij kamers, waar deze beoordeling identiek verloopt.
Ten vierde wordt de eindbeoordeling van de gemeenschappelijke leeffunctie gemaakt
Onder het onderdeeltje ‘woningkwaliteit leeffunctie’ wordt rechts in de tabel per categorie de som gemaakt van de gebreken van de leeffunctie uit enerzijds de rubrieken 10 – 13, 19, 22, 23, 25 en 26 en anderzijds van de eindbeoordeling van de leeffunctie. Indien in het gebouw meerdere gemeenschappelijke leeffuncties aanwezig zijn en er dus ook meerdere delen D voor de gemeenschappelijke keukenfunctie zijn, worden alle gebreken per categorie opgeteld.
Als er een deel D: externe gemeenschappelijke functie werd ingevuld, worden ook alle gebreken van dat deel D mee opgenomen in de optelsom per categorie.
Nemen we het voorbeeld van de schets hoger op deze pagina erbij, dan komt de keuken in aanmerking als gemeenschappelijke leefruimte. Alle gebreken (3 x Cat. I) van deze gemeenschappelijke leeffunctie worden overgenomen.
De bezetting van de leeffunctie wordt niet in Deel E beoordeeld, maar wel in rubriek 242 in deel C.
Helemaal onderaan deel E verschijnt dan de eindbeoordeling van de kamer. Dit wordt berekend als het totaal van alle bovenstaande gebreken uit de relevante delen B, C en D.
Als er 7 of meer gebreken van categorie I voorkomen in het totaal van de delen B, C en D zoals deze in deel D worden opgeteld, dan wordt er een gebrek van categorie II toegekend.
Staat er in deze eindbeoordeling een gebrek van categorie II genoteerd, dan zal de kamer ongeschikt geadviseerd worden en niet in aanmerking komen voor een conformiteitsattest.
Staat er een gebrek van categorie III genoteerd, dan zal de kamer ongeschikt en onbewoonbaar geadviseerd worden en niet in aanmerking komen voor een conformiteitsattest.