Dekvloeren
162: beschadiging (excl. vochtschade) of verwering / noodzakelijke afwerking ontbreekt
Toepassing van de rubriek
In rubriek 162 beoordeelt de woningcontroleur alle mogelijke gebreken aan de afwerking van de bovenzijde van de tussenvloeren van de woning, behalve vochtschade. Door vochtschade veroorzaakte gebreken worden beoordeeld in rubriek 131.
De in rubriek 162 te beoordelen elementen worden grafisch weergegeven in bijlage 46 van het MB.
Te beoordelen elementen bij afwerking
De afwerking van de tussenvloeren binnen de woning is de vloerafwerking van de verdiepingen binnen de woning. De afwerking van de gelijkvloerse vloer hoort bij de onderste draagvloer en wordt beoordeeld in rubriek 132.
Wanneer de woning zich op de verdieping bevindt, dan wordt die feitelijke verdiepingsvloer als onderste draagvloer beschouwd, omdat hij deel uitmaakt van de buitenste omgrenzing van de woning.
Het gaat onder deze rubriek over de noodzakelijke afwerking aan de bovenkant van de tussenvloer(en), ofwel om de eigenlijke vloer. Een gepolierde betonnen vloer heeft geen verdere afwerking nodig. Op een ruwe en oneffen betonplaat mag echter wel een afwerking verwacht worden. De term ‘noodzakelijk’ wordt in het kader van de minimale woningkwaliteit geïnterpreteerd in functie van veiligheid en gezondheid. Indien de tussenvloer zonder afwerking een negatieve invloed qua veiligheid en/of gezondheid heeft op het gebruik van de ruimte, dan wordt dit als gebrek gequoteerd. In die zin is ook een onbehandelde chape (dekvloer)1 niet geschikt als afwerking.
Als vloerafwerking komen heel wat materialen in aanmerking, die op een verschillende manier kunnen aangebracht zijn (gelijmd op een dekvloer, genageld, in de mortel gelegd, …):
-
harde vloeren, zoals tegels;
-
halfharde vloeren, zoals parket of plankenvloer;
-
zachte/soepele vloeren, zoals tapijt, kurk, linoleum, vinyl, …;
-
gegoten vloeren, zoals grindtapijt, epoxyvloeren, gietharsvloeren, …;
-
ruwbouwvloeren, zoals gepolierde beton, geöliede dekvloer, geverniste OSB-plaat, …
-
…
Ook de diverse randafwerkingen van vloeren komen in deze rubriek aan bod:
-
plinten in diverse materialen;
-
tussendeurdorpels;
-
aansluitingsprofielen (tussen twee types vloerbekleding bijvoorbeeld) en/of uitzetprofielen;
-
…
Losliggende tapijten, vloerkleden en voetmatten vallen buiten deze rubriek, aangezien ze makkelijk vervangbaar zijn en bovendien geen vast onderdeel van de woning uitmaken.
Soms komt het voor dat ruwbouw niet wordt afgewerkt, zoals in het geval van een gepolierde betonvloer of een eenvoudige plankenvloer op houten roostering. Hier is technisch gezien geen sprake van een afwerking, maar toch kunnen zich ook hier gebreken voordoen op het niveau van afwerking (en niet van stabiliteit), die een quotering verantwoorden onder deze rubriek.
Werkwijze van de woningcontroleur bij afwerking
De woningcontroleur beoordeelt de vloeren visueel aan de binnenzijde van de woning op zichtbare gebreken, behalve indien deze gebreken te wijten zijn aan problemen met stabiliteit of vocht. In dit geval gebeurt de quotering in rubriek 41 voor stabiliteit of rubriek 131 voor vochtschade.
Het gaat hier louter om gebreken van afwerking, en het is belangrijk dat de woningcontroleur duidelijk dit onderscheid maakt. In geval van vochtschade is dit evident; wanneer er scheuren en barsten zichtbaar zijn, kunnen die te wijten zijn aan een stabiliteitsprobleem maar ook aan een werking van de afwerkmaterialen op zich. De woningcontroleur zal in dit geval de juiste inschatting dienen te maken.
De eventuele onderlagen van vloerbedekkingen horen eveneens tot de afwerking van de onderste draagvloer en worden hier mee beoordeeld. Dit gaat bijvoorbeeld over de chape (dekvloer) waarop de tegels zijn aangebracht of over de onderlagen waarop een laminaatvloer werd gelegd. Al deze onderlagen zijn enerzijds noodzakelijk om de vloerbedekking correct te kunnen aanbrengen, en horen anderzijds niet bij de constructieve opbouw van de draagvloer zelf.
Matten en vloerkleden worden in deze rubriek niet beoordeeld.
Matten en vloerkleden maken nooit deel uit van de noodzakelijke afwerking en kunnen dus nooit beoordeeld worden, in welke staat deze zich ook bevindt. Indien de toestand of plaatsing van een mat of een vloerkleed gevaren oplevert, kan wel een bijkomende opmerking worden gemaakt.
Mogelijke gebreken.
De woningcontroleur quoteert alleen gebreken die de veilige beloopbaarheid en het normaal gebruik van de vloer in het gedrang brengen zoals:
-
gebreken die te wijten zijn aan beschadiging, exclusief vochtschade, of verwering:
-
ernstig afgesleten of gebarsten vloerbedekking;
-
ernstige vervormingen, opbolling of verzakking van de vloerbedekking;
-
scheuren, barsten, loskomende stukken, verpulvering vof uitrafeling op meerdere plaatsen;
-
door houtetende insecten aangetaste vloerbedekking;
-
schade als gevolg van onder meer brand, vandalisme, …
-
ontbreken van de noodzakelijke afwerking in lokalen bestemd voor woonfuncties:
-
de bestaande vloerbedekking werd geheel of gedeeltelijk verwijderd maar niet vervangen;
-
soepele vloerbekledingen zijn op meerdere plaatsen weggebroken;
-
onafgewerkte dekvloer of chape, tenzij de toplaag gefixeerd werd met vernis of coating, en geen verbrokkeling of stofvorming mogelijk is zoals bij ruwe beton, ruwe planken of platen;
-
de noodzakelijke plinten ontbreken geheel of gedeeltelijk.
Esthetiek speelt bij de beoordeling van gebreken geen rol.
Indien bijvoorbeeld ontbrekende vloertegels werden vervangen door een ander type tegel, of zelfs werd opgevuld met een effen en niet brokkelige mortel, wordt dit niet als gebrek gequoteerd; de vloer is immers veilig beloopbaar en kan normaal gebruikt worden.
Een niet limitatieve lijst van concrete toepassingsgevallen is opgenomen in bijlage 47 van het MB.
Quotering van concrete toepassingsgevallen
Gebreken in deze rubriek kunnen enkel als gebrek categorie I gequoteerd worden, hoe minimaal of ernstig de omvang of graad van het gebrek is.
Indien de oorzaak van de schade stabiliteit of vocht is, dan gebeurt de quotering enkel en alleen in rubriek 41 voor stabiliteit of rubriek 131 voor vocht.
Als het stabiliteitsprobleem of het vochtprobleem is opgelost, maar er is nog gevolgschade zichtbaar, wordt dit in rubriek 162 gequoteerd. Wanneer vochtschade duidelijk opgedroogd is en een normaal en veilig gebruik van de vloer mogelijk is, wordt niet gequoteerd maar alleen een bijkomende opmerking gemaakt.
Voorbeeld: bolstaande vloerbekleding.
Quotering categorie I
Gebreken die louter en alleen met afwerking van de bovenzijde van de tussenvloeren te maken hebben, worden altijd gequoteerd onder categorie I, ongeacht de ernst of omvang ervan. Alle gebreken zijn lichte gebreken die in beperkte mate de veiligheid en het gebruikscomfort beïnvloeden.
Z_162_I_01: quotering rubriek 162 in categorie I: noodzakelijke afwerking ontbreekt gedeeltelijk
Opmerking: de plint loopt niet volledig door; zelfs al is dit te wijten aan een tijdelijk ontbrekend toestel (in een keuken bijvoorbeeld), wordt dit gequoteerd in categorie I.
Z_162_I_02: quotering rubriek 162 in categorie I: losgekomen vloerbekleding, noodzakelijke aansluitprofielen ontbreken
Opmerking 1: tussen beide vloeren – ook al is het hetzelfde materiaal – is hier een aansluitprofiel nodig; wellicht is door het gebrek aan aansluitprofiel één van de laminaatplanken losgekomen.
Opmerking 2: ook al komt dit gebrek eveneens bij de deur links voor, wordt slechts eenmaal gequoteerd, waarbij de gebreken in beide openingen omschreven worden in het vak opmerkingen.
Z_162_I_03: quotering rubriek 162 in categorie I: losgekomen en gebarsten vloertegels
Opmerking: een losgekomen tegel maakt dat men makkelijk kan struikelen; de tegel ernaast is gebarsten maar heeft ook kleine, makkelijk loskomende stukjes en scherpe randen, waar men zich aan kan bezeren; het geheel wordt gequoteerd onder categorie I.
Z_162_I_04: quotering rubriek 162 in categorie I: vloertegels en afwerking ontbreken
Opmerking 1: hier ontbreken enkele vloertegels en er staan geen plinten tegen de muren van het lokaal; ook de traptreden in ruw beton vereisen een afwerking; alle gebreken worden opgesomd en samen gequoteerd onder categorie I;
Opmerking 2: dit is duidelijk een werfsituatie, maar er wordt geen onderscheid gemaakt: het is steeds de werkelijke situatie die wordt beoordeeld;
Opmerking 3: als dit de aanzet was van een volwaardige trap en er is sprake van een valrisico op de trap, dan kan ook gequoteerd worden in rubriek 171; de zone onderaan en bovenaan (en in voorkomend geval de overloop) kan altijd als deel van de trap worden beschouwd.
Bijkomende opmerking – geen quotering
Een bijkomende opmerking is geen gebrek maar een vaststelling van een opvallende situatie in de vloerafwerking van de tussenvloeren van de woongelegenheid; die situatie kan storend of hinderlijk zijn, maar heeft geen enkele invloed op veiligheid of gezondheid (bijvoorbeeld een opvallende verkleuring van een vloerbekleding of een fijne, gesloten barst in vloertegels).
Zie voor voorbeelden van in deze rubriek relevante bijkomende opmerkingen onder rubriek 132.
Veelgestelde vragen

Een vloer mag afgewerkt worden met OSB-plaat, maar dan dient wel een beschermlaag te zijn aangebracht (coating, vernis, …); vezelplaat wordt niet aanvaard als vloerbekleding, ongeacht of de platen van een beschermlaag zijn voorzien of niet.